Going local in Loboc – Bohol
Bohol is een van de 7100 eilanden in de Filipijnen en ligt in Central Visayas. Bohol bereik je in 1,5 uur vanaf Manila terminal 2. Het eerste wat je tegenkomt als je Bohol googled en de afbeeldingen bekijkt zijn de “Chocolate Hills”. Bohol heeft veel meer te bieden en dat hebben wij ontdekt in 1,5 week.
De vlucht met AirAsia van Manila – Tagbilaran (Bohol) was niet geheel op tijd waardoor wij de tijd hadden om een verblijf te vinden en uit te zoeken hoe we daar kwamen. Niet geheel onbelangrijk natuurlijk. Zodra we onze ieniemienie teentje buiten de hekken van het vliegveld hadden gezet, was het aan. Oorlog. Dat is de beste omschrijving. Trycicle drivers, private drivers en motortaxis ze stonden allemaal druk te gebaren en te roepen. De trycicle drivers waren echt irritant. Zelfs ons ontvangstcomité op Bali was een stuk vriendelijker (lees onze ervaringen over Bali hier). Er gingen zelfs twee drivers met elkaar voor onze neus ruzie maken over wie ons mocht vervoeren. Wat wij tot nu toe altijd hebben gedaan is een stukje doorlopen om alles te observeren en dan besluiten hoe we het gaan aanpakken. Vaak scheelt dit ook in de kosten omdat je meestal extra betaald als je direct vanaf het vliegveld gaat. Dit keer niet anders alleen leek het wel als of ze het woord “NO!!! en de combinatie NOO THANK YOU!!!” niet te kenden. We hadden gelezen dat voor ons, de Jeepney* de beste optie was en dat die vertrok vanaf het nieuwe winkelcentrum (Island City Mall) en lag ongeveer 3km van het vliegveld. Te ver om op dat moment te lopen. Na ongeveer 5-10 minuten lopen besloten we om bij de irritantste driver in te stappen. Tijdens de rit naar ICM maakten we het wel duidelijk dat dit niet de manier is om klanten te krijgen, hij knikte begrijpend terug.
*De jeepneys zijn oude trucks die door Amerikanen zijn achtergelaten na WW2 en helemaal versierd met felle kleuren en lichten.

De juiste jeepney was snel gevonden (Loboc – staat op de zijkant geschreven) en we hadden afgesproken dat de co-driver(gewoon een oudere dame die daar toevallig zat) zou roepen als we eruit moesten. De jeepneys worden helemaal afgeladen (omdat ze super goedkoop zijn), banken helemaal vol en in het midden komen dan krukjes te staan (4 stuks waar 2 personen op zitten) en om het af te roomen zitten er mensen op dak en hangen aan de zijkant van de bus. Het sardientjes idee. Uiteindelijk viel de trip 100% mee en dropte de bestuurder ons, met alle mensen er nog in, bij ons verblijf. Wel bijzonder, je zag alle passagiers opkijken met een groot vraagteken “Waar gaan we naartoe?”. Maar natuurlijk super lief van de chauffeur!
De eerste dag in Loboc (Bohol) was niet heel spannend. We hadden informatie gevraagd bij iemand die suptours aanbood en we zijn richting Cruz Daku gelopen. “Cruz Daku is a pilgrimage site with a big white cross placed on top of the hill in Loboc Bohol. The word Daku which means big, litterarily tells you that the cross is huge, around 80 feet. Cruz Daku is a perfect place to do pilgrimage hiking from the bottom of the hill all the way to the top.”

Groene hopjes, High class lunch en alien animals
De volgende dag was het weer hoog tijd om te touren op de scooter. Het was alweer eventjes geleden, laatste keer was in El Nido dus we konden er weer tegenaan. Eerst naar de Chocolate Hills dan naar Anda (strand in het oosten van Bohol) om vervolgens bij de kleinste primaten van de wereld langs te gaan (tarsiers) en als afsluiter nog even naar de hoofdstad van Bohol – Tagbilaran. Alles bij elkaar hadden we ongeveer 150km gereden en heel veel afgevinkt. Uitslapen morgen, dat stond vast. De chocolade bergen, bruine ronde hopjes, waren alles behalve bruin. Het regenseizoen was naar onze mening nog vollop gaande waardoor de ze meer op groene hopjes leken.
De volgende dag moesten we het een en ander opzoeken en wij hadden geen internet bij het verblijf. Voordat we het een en ander gingen opzoeken in Island Shopping Mall hebben we een rondje gereden over Panglao. We zaten er namelijk sterk aan te denken om daar een aantal dagen te verblijven. We waren toch in de buurt en we hadden een chilldagje ingepland dus “Why not?”. Terwijl we langs het strand van Alona Beach liepen, merkte Annika op dat het meisje die op het strand lag verdacht veel op het meisje leek waarmee GJ op Coron mee had gedoken. Even verifiëren. Ja hoor, het was haar ook nog. Toevallig. Zij waren namelijk vanaf Coron naar het noorden van Luzon (eiland van Manila) gegaan. Daarna was het tijd om te internetten en dingen op te zoeken. Het was niet te missen hoeveel westerse mannen (niet alleen uit Europa), op Bohol en in de Filipijnen met een Filipijns vrouw zijn. Vaak met een groot leeftijdsverschil…
Nadat we al 4 dagen bij de pizzaria hadden gegeten, wel vet lekkere eigen gemaakte pizza’s trouwens, was het tijd voor wat anders. Streetfood: rijst met gebbqde kip, kippendarm, kippenpoot (een echte kippenpoot), kippenvleugel, varkensspek en een vaag worstje. Voor ons? Rijst met een kippenvleugel en een worstje. Ze hadden wel een aantal stoeltjes neergezet om op te zitten maar bestek was er niet. Voor ons werd dit de eerste kennismaking om met de handen te eten. Als onervaren handeters hadden we de soyasauce al over de plakrijst gedaan om er wat smaak aan toe te voegen. Het nadeel van deze tactiek was dat de rijst niet meer sticky was en het meer een slurpfestijn werd. Achja, het zat er in toch? Tijdens dit feest kwam een local ons vergezellen waarmee we in gesprek raakten. Hij fokte hanen voor hanengevechten wat in de Filipijnen nog een echte traditie is. Hij vertelde met passie over hoe dit proces van fokken en trainen in zijn werk gaat om vervolgens op de zondag de beesten los te laten in een ring zodat ze elkaar kunnen afmaken. Okeeeuhjj??
We bleven nog even zitten napraten over wat deze fokker eigenlijk allemaal had verteld. Op dat moment zagen we Guido en Laura lopen. We wisten wel dat ze naar Bohol kwamen maar niet waar ze zouden verblijven en wanneer. Zij gingen namelijk een aantal dagen later dan ons Coron verlaten om nog een paar dagen in Manila door te brengen samen met Lieven. Hoe leuk is dat we in het zelfde dorp zaten en dat we hier elkaar willekeurig weer tegen kwamen! Die avond nog een drankje gedaan en een plannetje gemaakt om de volgende dag samen rond te trekken en naar het rijstmuseum te gaan. Iets wat GJ heel graag wilde.
Rice museum, the heights of Danao and Give me money!?
De eerste stop de volgende dag was het langverwachte rijstmuseum. Haha, we kunnen er geen doekjes om winden. We vroegen ons echt af of iets dit hoogtepunt kon overtreffen. Gelukkig kon dit moment ook worden gebruikt als sanitaire stop wat de entree toch enigszins rechtvaardigde. Goed, niet janken. Next stop Danao.
Danao is vanaf het rijstmuseum ongeveer 1,5 uur rijden. Geen probleem voor ons, je weet zelf! In Danao hadden de namelijk een hele grote kabelbaan waar je vanaf kon glijden, face first. Toen we aankwamen was het droog. Iets wat die dag een uitzondering was. Eerst even een kijkje nemen dan maar voordat we besloten om te gaan. Toen we stonden te kijken kwam er een mega bui aan. Hierna besloot Laura om haar angsten opzij te schuiven en te gaan. Held.
We hadden bij ons stamrestaurant, de pizzaria, een aantal tips gekregen over wat we konden zien en doen. We gingen op de terugweg langs de minder toeristische Chocolate Hills – Sagbayan. Alle wegen hadden we gehad, grind, asfalt, beton, en ga maar door. Heerlijk om zo als enige toeristen door kleine dorpjes te rijden. Wij openden letterlijk ramen en deuren. Zodra ze ons in de smiezen hadden kwamen ze er aan, kinderen, ouderen en zelfs opa’s en oma’s.
Toch had deze gastvrijheid en interesse in toeristen op ons een bittersmaakje. Er waren namelijk tijdens deze trip naar Sagbayan een aantal dingetjes opgevallen. Ten eerste kwam er een groepje kinderen aangelopen en alles was leuk totdat er ineens geroepen werd “Give me money”, huh? GJ had dit eerst niet eens gehoord. Toen zei hij het nog een keer. Doe eens ff normaal joh! Ten tweede was er een kindje dat knikkers voor ons probeerde te gooien. Wij hadden het jongetje wel gezien alleen we hadden niet gezien dat hij ook wat gooide. Guido en Laura reden achterons die zagen ook wat hij gooide. Naja zal wel iets met cultuur en opvoeding te maken hebben. Om de dag af te sluiten gingen we gezellig nog wat drinken, Filipijnse rum – Tandauy. Afgesproken bij het verblijf van Guido en Laura omdat zij niet alleen meer plek hadden maar ook een zwembad. Lekker hoor.
Vallend water en glibberige landwegen
Wij wilden graag naar de waterval bij Candijay. Vroeg weg want het was een aardig eindje rijden +/- 2 uur. Via de kust was het snelste. De afgelopen dagen was het niet bepaald droog gebleven dus Annika had haar regenjas alvast meegenomen. Bij Candijay moesten we ergens omhoog over een zandweg, kinderkopjes, blubber, zand, grind, stro, asfalt, beton voor ongeveer 10km lang. Wat een eind was dit. Onderweg nog een keer de weg gevraagd aan een paar kinddies. Ook zij kenden de zin “Give me money”.
De laatste 500m naar het beginpunt van de hike naar de waterval, was over een trekkerpad. Het had even daarvoor keihard geregend dus alles was zeiknat. We reden erg voorzichtig en voordat we het doorhadden gleden we op ons zijkantje. Gelukkig was er niks aan de hand, alleen een schaafwondje op Annika haar knie. De scooter was ook onbeschadigd uit de strijd gekomen. We mochten die ochtend net de allernieuwste scooter mee van de verhuurder want we hadden al een paar keer bij hem gehuurd en hij vond dat wij erg zuinig op zijn spulletjes waren. Sorry! We hebben hem natuurlijk wel even netjes gewassen om sporen van het vallen uit te wissen. De waterval zelf was ok. Niet zo mooi als die in Indonesië.

De terugweg was een natte bedoeling met een aantal verplichte stops om te schuilen. Iets met suiker en koud. Iets minder was dat Annika tijdens de terugreis haar zonnebril had afgezet, het regende immers en het was wat donker, waardoor er een vuiltje in haar oog is gekomen. Later tijdens het ziekenhuis bezoek in Manila bleek dat het ging om een stukje plastic wat een krasje had gemaakt op haar oogbol. Dit is toen verwijderd en als het goed is mag ze in Nederland haar lenzen weer in. Dusssss, tot die tijd foto’s van Annika met bril. We wisten niet wat Guido en Laura gingen doen dus besloten we om even langs te rijden. Twee schattige jonge knapen groette ons waardoor ook zij de welbekende zin naar ons afvuurden. Wat is dat toch? Is dat onderdeel van het lessenpakket Engels? Guido en Laura waren er niet waardoor we naar huis gingen om op te drogen en warm te worden. De dag sloten we af met een spectaculair muziekfeest (sarcasme uit). We kunnen nu wel zeggen dat we het wereldberoemde Loboc Childrens Choir. Zo, wie kan dat nu zeggen. Zonder dollen deze kinders hadden wel een heel goed stemgeluid.
De laatste dag in Loboc hadden we gevuld met uitslapen, bekijken waar we gingen verblijven in Panglao (aanhangsel naast Tagbilaran) en nog maar een keer naar Cruz Daku gelopen wat dit keer zwaar tegenviel. Annika was een beetje ziekig en de onmenselijke aftakeling hier in Azië van onze goddelijke corpus draagt natuurlijk ook niet bij.
Panglao chillmodus
Na ongeveer een week in het dorp Loboc te hebben doorgebracht was het de hoogste tijd om onze teentjes in het zoute water te dompelen. Panglao here we come. We hadden de hele dag uitgetrokken om van Loboc naar Panglao te komen met een tussenstop in ICM. Nadat we onze dingetjes in ICM hadden gedaan pakten we de jeepney naar Panglao.
We hadden een aantal accommodaties opgeschreven die ons wel aanspraken en in het budget pasten. De eerste was vol. De tweede wilde niet zakken in de prijs en de derde was te duur en achteraf waren we daar ook superblij mee. Toen we voor de derde accommodatie stonden “hard to get” te spelen, zagen we een bordje met accomodaties. Wij er naartoe. Het waren mega kamers 30 meter van het strand en super cheap! Deze kamer was nog goedkoper dan de kamer in Loboc. á 10 euro. Haha love it!
De overige dagen hebben we tussen de buien door op het strand gechillt. Na alle pizza’s eindelijk een keer weer groenten gegeten en zelfs stampot wortelen. Wij kunnen nu met zekerheid stellen dat groene poep, we herhalen, groene poep bestaat. Jep zo groen als spinazie. Misschien is er sprake van een causaal verband tussen weinig gezonde voedingsstoffen in een week en deze kleur ontlasting. Misschien onderzoek waardig?
Doordat het zoveel regende besloten we maar een aantal mensen te vragen waardoor het kwam. De vrouw van de pizzaria in Loboc had gezegd dat dit soort weer vaak voorkomt (regen, koud) als er een tyfoon in de buurt is. We keken elkaar aan van uhu, als er een tyfoon in de buurt is hoor je er vast wel meer over. Maar ze bleek het wel degelijk bij het rechte eind te hebben. Tyfoon Marilyn is gelukkig niet aan land gekomen in tegenstelling tot vele andere tyfonen die dat wel doen. In 2013 is Bohol zwaar getroffen door eerst een aardbeving van 7.2 op de schaal van richter en als dit nog niet genoeg was heeft tyfoon Yolanda ook huisgehouden op Bohol. Tot op de dag van schrijven is er nog veel zichtbaar van dit natuurgeweld.
Manila again
Onze vlucht naar Vietnam vertrok de volgende dag dus we hadden genoeg tijd om met Annika naar de oogarts te gaan. Annika was vrij snel aan de beurt. Gek want er zaten zeker 4/5 mensen te wachten. Uit de diagnoses bleek dat ze een klein plasticdeeltje in haar oog had gekregen en dat die een kras en een klein infectie op haar oog had gemaakt. Dat van dat plastic kan gekomen zijn doordat ze net als in Indonesië hier bijna alles in de fik zetten.

De dokter vertelde dat het verstandig was om geen lenzen in te doen totdat we weer in Nederland zijn of later in Bangkok te laten checken of het dan weer kan. Verder kreeg ze twee soorten oogdruppels mee, een antibiotica om ontstekening te voorkomen (de dokter had een klein gaatje gemaakt om het plasticje te verwijderen). De laatste dag was het net zoals ons eerder bezoek aan Manila niet meer dan in een shoppingmall rondjes lopen en wachten totdat we naar het vliegveld konden. Onze vlucht naar Hanoi – Vietnam vertrok tegen 11 uur maar we besloten om tegen 6 uur weg te gaan. Gelukkig maar want we hebben over 8,1km 90minuten gedaan.
De Filipijnen is echt ontzettend mooi. Achteraf vloog de maand voorbij, waarbij we eerst niet wisten hoelang we zouden blijven bleek een maand eigenlijk te kort. Dit land heeft zoveel verschillende mogelijkheden, ongekend. De Filipijnen zelf vonden wij wat verlegen in vergelijking met de Indonesiërs. We hebben gemerkt dat we ze eerst even moeten ontdooien voordat je het ware gezicht ziet. In het begin moesten we hier aanwennen want het is een hele omschakeling in vergelijking met de bevolking in Indo.
Met de Filipijnen zijn wij nog lang niet klaar. Tot een volgende keer!
Monsterlijk filmpje!! Haha, en het rijst museum was absoluut een hoogtepunt 😉 dikke kussen vanuit Thailand!